Gen-omgeving interactie laat zien hoe genetische aanleg van moeders via de opvoeding bijdraagt aan emotionele problemen bij tieners

Wat was al bekend over dit onderwerp?

• De genen van ouders kunnen op twee manieren invloed hebben op hun kinderen: direct, via de genen die kinderen erven, en indirect, doordat de genen van ouders mede bepalen welk soort omgeving zij voor hun kinderen creëren. Dit indirecte effect heet genetic nurture.
• Er zijn nog maar weinig onderzoeken die dit samenspel tussen genen en omgeving goed hebben bekeken in relatie tot psychische problemen bij tieners.
• Inzicht in dit samenspel is belangrijk om oorzaken beter te begrijpen en om effectievere behandelingen en ondersteuning te ontwikkelen.

Wat voegt deze studie toe?

• De genetische aanleg van moeders voor psychische problemen bleek samen te hangen met emotionele problemen bij hun tieners (zoals angst of somberheid) , maar niet met gedragsproblemen (zoals druk of opstandig gedrag).
• Deze invloed verliep via de omgeving die moeders bieden, dus niet doordat kinderen dezelfde genen erven, maar doordat de aanleg van moeders de opvoedingsomgeving beïnvloedt.
• Dit resultaat benadrukt hoe belangrijk ondersteuning voor gezinnen is om psychische problemen over generaties heen te helpen voorkomen.